zondag 13 maart 2016

Aanmerende rubberboten: een ontroerend drama

Hallo iedereen,

Ik weet niet hoe ik aan deze blogpost moet beginnen. Wat een mens ervaart bij het binnenhalen van een rubberboot is onbevattelijk. Het voelt zo intens dat het bijna niet te verwoorden valt. Vannacht waren we om twee uur uit de veren om naar het strand toe te rijden. De hele rit probeerde ik mezelf rustig te houden. Het zou sowieso het hoogtepunt van de week worden. Het leek alsof ik niet besefte in de auto te zitten, alsof alles daarbuiten een droom was. Men kon een speld horen vallen. Dat was de atmosfeer vandaag; emotioneel beladen.  

Eenmaal toegekomen danste de wagen over de hobbelige strandstenen van Lesbos, om vervolgens te blijven stilstaan op een uitkijkheuvel vlakbij de zee. Het waaide en de temperatuur lag laag. De wilde zee stuwde haar golven klotsend richting het met rotsen bedekte strand. Stilte. De lichten moesten uit om geen vluchtelingen naar de dodelijke berg te lokken. Observeren. Was dat een rubberboot? Nee. De havenwacht patrouilleerde ook. Een uur lang werd er geen woord gezegd. Slapen. 


Uit het niets verstoorde een hard geklop op de ruit de spirituele droom waarin ik vertoefde. “We moeten gaan!” Een hevig heen en weer geloop volgde tot iedereen in positie zat om naar een ander deel van het strand te rijden. Allen beseften we het belang van snelle handeling. Twee uur eerder waren er namelijk al twee boten gesignaleerd, nadat de inzittenden via een speciaal ontwikkelde app hun coördinaten hadden doorgegeven aan de Griekse havenpolitie. Het signaal werd echter verbroken. Niemand weet wat er met hen is gebeurd; niemand wou nog meer vermisten. 

We reden als bezetenen naar een lager gelegen stuk strand. In de verte escorteerde de marine een oranje boot naar de plek waar tientallen vrijwilligers hen opwachtten. We keken vol spanning toe hoe de zee hen de andere kant op dreef. Enkel het woelige water en het geschreeuw van de toekomenden was hoorbaar. De spanning was te snijden. Ik trilde van emotie en stond op het punt in tranen uit te barsten. De angst die deze mensen hebben moeten doorstaan… stel je voor dat je in het midden van de zee ronddobbert, pal tussen twee landen waarvan geen enkel al zwemmend bereikbaar is. Het is als de dood in de ogen kijken. De kalmte die deze mensen hebben moeten bewaren is bijna onmenselijk. Het stipje in de verte werd groter en groter. Na enkele minuten spoelde het scheepje aan. Ik kan niet beschrijven hoe dit voor ons allen voelde. Daarom laat ik het jullie liever zien.



In de boot zaten veel kinderen. Het ging door me heen dat ik op mijn leeftijd een potentiële vader had kunnen zijn. Ze huilden. Hun moeders huilden. En de vaders troostten. Gelukkig was er naast extreme droefheid ook onmetelijke vreugde, maar ik bemerkte geen enkele andere emotie die daar enigszins tussenin lag. Mijn hart sloeg een slag over en mijn adem stokte, wetende dat deze mensen door de Turkse kustwacht met stokken waren geslagen om vervolgens -na een reis van zes uur in open zee- te moeten ontkomen aan een aantal ‘stoere’ Griekse kustwachters die de boot probeerden leeg te prikken om opslag te krijgen. Er zat zelfs een kind op de motor om de Turkse patrouilles ervan te weerhouden daarop te schieten. Rekening houdende met alles wat ze hebben moeten doorstaan, viel dit moment me heel zwaar. Het was het meest beladen, maar ook het meest onvergetelijke moment uit mijn jonge leven. 

Iedereen stapte vermoeid uit de boot om vervolgens even te bekomen op de uitgestalde dekens op het zand. We bedekten hen met aluminiumfolie -dat helpt tegen de wind-, gaven hen een flesje water met wat voedsel en probeerden contacten te leggen om inzicht te krijgen in hun dodentocht. Aan de moraal van deze boot te zien, hadden enkele inzittenden het niet gehaald. Het gebeurt vaker dat er zo weinig plaats is dat iemand overboord valt. Het risico om op dat moment hulp te bieden is gewoon te groot. Met alle verdriet nadien.

Nadat iedereen gevoed en gekleed was, kwam er een jongen van mijn leeftijd op me af. Hij kon zijn geluk niet op en gaf me met een brede glimlach een innige omhelzing. Hij bedankte me en vroeg om een foto. Ik heb er dan ook maar een genomen.


De bus van de Verenigde Naties was intussen gearriveerd. Die bracht de asielzoekers naar het registratiecentrum in kamp Moria, waar ik eerder deze week Adi leerde kennen. Ik zal hem waarschijnlijk nooit meer zien, want mijn avontuur is hier bijna op zijn einde, hoewel ik wel de drang voel in Roemenië te gaan helpen omdat de situatie er escaleert. Misschien kom ik hem daar nog tegen. De bus vertrok. We ruimden het strand op en gingen opnieuw naar onze uitkijkpost. 


Een kwartier later kwam er een tweede boot aan. Opnieuw rijden, alles uitstallen en wachten tot ook die sloep de oever bereikt had. De passagiers waren optimistischer. Er zaten volledige families in; heel zeldzaam. Normaal kunnen ze dat niet betalen. Smokkelaars vragen bij goede weersomstandigheden 1500 euro per persoon. Bij slecht weer is dat 900 euro. Af en toe maken ze een deal met een familie, waardoor zij gratis de overtocht mogen maken: één familielid stuurt de boot waarop de ganse familie samen met tientallen betalende vluchtelingen zit, zodat de smokkelaar de overtocht niet zelf hoeft te maken. De smokkelaar houdt -conform de deal- één kind van de familie in Turkije. Die mag pas over als de bestuurder de boot veilig laat terugkeren naar de Turkse kust. Gruwelijke praktijken, maar het is de realiteit. Geen idee of dat ook bij deze familie zo is gegaan, maar ik vermoed van wel. Ook hen gaven we voedsel en drank om hen vervolgens op de bus te zetten. Daarna hebben we geen boten meer gesignaleerd.

De gebeurtenissen van vandaag beginnen nu pas echt door te dringen. Ik weet dat ik straks ga beseffen wat ik heb meegemaakt. In mijn proloog schreef ik dat deze reis me zou veranderen als mens. Dat is vandaag meer dan ooit van toepassing. In alle ellende ben ik zeer dankbaar dat ik deze ervaring heb mogen meemaken. Het gaf me wat ik zocht. En het heeft mijn perceptie over Europa en de rest van de wereld sterk veranderd. Ik ben bang dat ik niet meer zal kunnen aarden in mijn thuisland. Misschien word ik wel nomade. Onze media kunnen niet beschrijven wat hier gebeurt. Ons zicht is beperkt. Ik wil meer weten, meer zien, meer genieten. Het gevoel dat ik leef is onbeschrijflijk. Het was meer dan een ervaring; het was een gebed. En ik ben heel opgelucht dat ik deze kans met beide handen heb gegrepen. Hou jullie taai en tot snel!

Pace e bene,

Nick

zaterdag 12 maart 2016

Korte nacht, korte dag

Calispera iedereen,

De gebeurtenissen van gisteren hebben vandaag een plaats gekregen. Na verontschuldigingen van de leiding konden we weer als een hechte groep verder. Vandaag zijn we eitjes gaan pellen bij Nikos. Altijd een gezellige en gemoedelijke gebeurtenis. We kregen ontbijt en koffie zodat we op krachten konden komen na de korte nacht. Zoals gezegd is dit een korte blog. We hebben vandaag vrije tijd gehad die ik benut heb om alle indrukken die ik de voorbije dagen verzameld heb een plaats te geven… en een paar biertjes met enkele groepsleden te drinken. Het bad loopt vol, maar blijkbaar is er even geen warm water. Zo gaat dat hier.

Straks gaan we naar zee om bootjes veilig te laten aanmeren. Gisteren en eergisteren zijn er geen vluchtelingen aangekomen, maar vannacht hebben vijf sloepjes het vasteland bereikt. Turkije doet er alles aan om zo min mogelijk mensen de oversteek te laten maken. Het land wil aan de EU tonen dat het haar werk goed doet. Jammer genoeg heiligt het doel ook hier niet de middelen. Ze proberen dit te bewerkstelligen door boten lek te schieten of motoren te raken, om al die mensen vervolgens aan hun lot over te laten. De smokkelaars hebben daar een even lugubere tactiek tegen bedacht. Ze plaatsen kinderen op de motor; een menselijk schild tegen het schietgeweld. Laat ons hopen dat de Turken het fatsoen hebben niet aan kindermoord te doen. Maar daar twijfel ik ten zeerste aan...

Tijd om te gaan slapen. Het wordt een lange, koude nacht.

Pace e bene,

Nick

vrijdag 11 maart 2016

De vertederende peuter die me deed denken aan Aylan

Hallo iedereen,

Vandaag heb ik op het platform aan de haven met een jongetje gespeeld dat me deed denken aan Aylan, de peuter die de interesse in de vluchtelingencrisis over de hele wereld aangewakkerd heeft. Hij was zo lief, zo schattig. Echt om op te eten. Iemand gaf hem een bellenblazer die hem afleidde van de moeilijke gebeurtenissen die zich reeds in zijn leven hebben afgespeeld. Dat verliep niet van een leien dakje, want de jonge avonturier begreep niet dat hij zijn mond op enkele centimeters afstand moest houden om de zeepbellen te creëeren. Zeepsop smaakte ook best.

Het is lang geleden dat ik zo vertederd was. Het maakte de dag onvergetelijk. En het is fijn dat er een foto van genomen is ter herinnering van het moment.


Vanochtend vertrokken we in de vroegte naar Nikos, de man die dagelijks 3300 ontbijten prepareert. Na enkele honderden eieren gepeld te hebben werden we getrakteerd op Griekse koffie (man, wat is dat straf spul!) en salade van eigen bodem. In het begin van de reis vertelde onze buschauffeur over het grote aantal wilde katten en honden op het eiland. Eigenlijk is het een stiekem geheimpje dat ik niet had neergepend mocht het niet relevant geweest zijn, maar de Griekse overheid knijpt een oogje dicht als een toerist zich hier een huisdier wil aanschaffen en het mee naar zijn thuisland wil nemen. Het transporteren in een vliegtuig is eigenlijk illegaal, maar door de plaag die hier heerst kan er binnen de twee werkdagen een vergunning klaarliggen bij de ambassade om de diertjes alsnog over de grenzen te smokkelen. Marleen heeft besloten dit te doen. Ze had al vanaf dag één een band met een hondje dat rondhangt bij de redders op het strand. Ze doopt hem ‘Zwelgje’, vernoemd naar het draakje uit één van mijn favoriete kinderfilms: ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’. Ik ben er zeker van dat ze een betere thuis gaat krijgen. Als ik er de tijd voor had, zou ik er ook eentje meenemen. Maar helaas.


Vervolgens hebben we alweer zwemvesten op de helling van 75 graden gesjouwd. Ditmaal met een incident. Ik heb maar net een bundel reddingsvesten kunnen ontwijken toen die vlak onder mij naar boven werd getrokken en Marleen kreeg een rotsblok op haar scheenbeen, waardoor die verstuikt is. De organisatie heeft beslist dat ze dit werk liever door professionals laat uitvoeren, waardoor wij morgen niet terug kunnen. Die beslissing schoot me in het verkeerde keelgat, omdat het een enorme voldoening gaf de hoop vesten dagelijks te zien slinken. Toen we erover aangesproken werden, heb ik stevig op mijn tanden moeten bijten.


Na het avondmaal kregen we een preek over allemaal zaken die we niet goed deden. Waar de groepssfeer zo goed zat, is die in enkele minuten naar een dieptepunt gekelderd. Ik heb de indruk dat Movement on the Ground haar zaken niet op orde heeft en de frustratie die daaruit voortkomt op ons afreageert. In de haven waren er vandaag meer vrijwilligers dan vluchtelingen, waardoor iedereen elkaar voor de voeten liep, zich nutteloos voelde of dit als een kans zag om even met de kinderen te spelen als tijdverdrijf. Daarover werden we in de preek voornamelijk aangesproken. We zouden onze verantwoordelijkheid niet opnemen. Gelukkig zag ik Oxfam-Novib en Greenpeace vandaag arriveren, die de zaken binnenkort overnemen om structureel te gaan handelen. Hopelijk doen zij op organisatorisch vlak beter. Ik besef dat dit geen geweldig beeld geeft, maar ik heb me in het begin voorgenomen de zaken open en realistisch te bekijken. Vandaag was de structuur gewoonweg zoek.

Maar goed, ik moet gaan slapen, want ik voel m'n tekort aan nachtrust. Om half vijf gaat de wekker om opnieuw eitjes te gaan pellen. Het geeft me wel een zekere rust. Daarna gaat het waarschijnlijk beter. Morgen komt er misschien geen blogpost, want we draaien de hele nacht mee met de redders aan het strand, wachtend op rubberbootjes die vanuit Turkije vertrekken naar Lesbos. Ik hoop dan ook dat we die mensen aan het vasteland zullen kunnen helpen. Bedankt om zo trouw te blijven lezen en hopelijk tot morgen!

Pace e bene,

Nick

donderdag 10 maart 2016

Dezelfde keuzes, andere paden

Hallo iedereen!

Dag vier zit er weer op. Vandaag kwam ik Khalid tegen, een Afghaanse journalist van 23 die op de hielen gezeten wordt door de Taliban. De reden? Hij is kritisch. In de koranschool stelde hij vragen die -naar zijn zeggen- geen rechtlijnig antwoord kregen. Zijn hele jeugd zat hij met gemengde gevoelens omtrent zaken die hem opgelegd of verboden werden; zijn geloof, de waarheid en censuur. Na zijn studies kreeg hij een job bij de krant. Hij draaide enkele jaren mee zonder zich luidop vragen te stellen, maar op een dag zocht hij contact met een Britse journalist om meer inzicht te krijgen in  internationale media en de Afghaanse media op die manier beter te kunnen analyseren. Een collega heeft hem verlinkt, waarna hij door mannen geschaduwd werd en doodsbedreigingen ontving. Hij sloeg op de vlucht naar Griekenland, wetende dat hij hier waarschijnlijk jaren zal vertoeven. Afghanen komen de grens in Macedonië, Albanië en Bulgarije immers niet over. Kabul zou veilig zijn. Hij heeft geen toekomstperspectief, want hij zit vast in Moria -het kamp dat ik op dag twee beschreef-, maar hij geeft zijn leven zin door hier met de andere vrijwilligers kledij uit te delen aan de Syrische vluchtelingen die naar Athene worden gestuurd. Het idee dat hij en ik dezelfde keuzes hebben gemaakt die een totaal tegenovergesteld parcours in werking hebben gezet doet nadenken. Het begint stilaan door te sijpelen dat Westerlingen niet in de rechtmatige positie zitten om zich te focussen op de dingen die ze niet hebben; deze mensen hebben niets. Zelfs geen intrinsieke vrijheid.


Verder kwam ik in Moria in contact met Charis, een Griekse vrijwilliger die spuugt op zijn eigen bevolking. Ergens snap ik hem wel. Hij is de enige Griek die zich in de verschillende kampen inzet voor de vluchtelingen; hij is de enige Griekse, bij een ngo geregistreerde vrijwilliger in Moria. De lokale bevolking die wel haar steentje bijdraagt doet dat volgens hem ongeorganiseerd en volledig verkeerd. Hij vertelde ook me dat de inwoners van Lesbos zich zorgen maken over de negatieve toeristische invloed die de vluchtelingen hebben. Ze hebben gelijk: er vertrekken amper nog vluchten hiernaartoe en hoteleigenaars klagen over het dalend aantal boekingen. Volgens Charis vergeten ze er wel bij te vertellen dat de rijkdom van het eiland er niet onder lijdt. De inkomsten die ze mislopen met het dalende toerisme worden gecompenseerd door de enorme sommen geld die de ngo's in lokale winkels en supermarkten pompen. Het is een regel die hier bij alle organisaties bestaat: de plaatselijke economie mag niet onder de humanitaire crisis leiden.


We hadden vanochtend dan ook de daad bij het woord gevoegd. Vierhonderd lolly's en vijftig paar sokken; dat was de buit na een half uurtje shoppen. Goed, ik heb er wat centjes in geïnvesteerd, maar wederom was het achteraf de moeite waard. Ik hoopte Adi terug te zien, want voor hem had ik ook een pluche leeuw gekocht; maar het mocht niet zijn. Hij maakt op dit moment waarschijnlijk de overtocht naar het vasteland. Geen zwarte ooievaar vandaag. Niet erg, want in de tijd dat ik hier verblijf had ik hem -naar mijn aanvoelen- vandaag het minst nodig.

Nog een klein verhaaltje dat ik gisteren wegens vermoeidheid niet meer kon neerpennen. Toen we op het platform stonden waaraan het vrachtschip vastlag, raasde er een helikopter voorbij. Luid geschreeuw trok mijn aandacht. Mijn mond viel letterlijk open van wat ik zag. Families vielen als vliegen op de grond, alsof ze ervan uitgingen dat hun ergste nachtmerrie werkelijkheid zou worden. Het trauma dat gepaard gaat met het ritmische geluid van draaiende propellers zal hen voor altijd achtervolgen. En het beeld van hun machteloze hysterie zal bij mij hetzelfde doen.


In vier dagen tijd kwam ik vier nationaliteiten tegen, allen op de vlucht voor oorlog. Het Midden-Oosten is een kruidvat. Laten we niet vergeten dat ik op dit moment slechts 1400 km van de grens met dat deel van de wereld zit. Dat is de afstand tussen Antwerpen en Barcelona. Geen ver-van-ons-bedshow dus. Als we onze ogen blijven sluiten voor het onbekende, worden ze straks uitgestoken door dezelfde marteltuigen als die waarmee men hen de mond snoert. En wat dan? Aan jullie om dat uit te maken. Volgens mij is pro-actieve diplomatie is de enige oplossing.

Morgenochtend ontmoet ik Nikos, een man die zich al maanden inzet om dagelijks 3300 maaltijden te prepareren voor de verschillende kampen hier. We gaan hem helpen om zijn reusachtige taak iets draaglijker te maken. Hopelijk tot dan!

Pace e bene,
Nick

woensdag 9 maart 2016

De biddende atheïst

Hallo allemaal,

Vandaag was alweer een zeer bewogen dag. Zoals gisteren neergepend stond iedereen om half zes klaar om de busjes naar Mitylini te nemen. Dat is de hoofdplaats van Lesbos. Het akkoord tussen de EU en Turkije had inderdaad een kwalijke impact op de situatie. We waren jammer genoeg een half uur te laat om het drama mee te maken, maar Nand -een vrijwilliger die hier al ettelijke maanden verblijft- vertelde ons een verhaal over twintig boten die hier in erbarmelijke omstandigheden waren aangekomen. Voor het eerst bemerkte hij een grimmige sfeer. De vluchtelingen vertrouwen niet meer op de goodwill van de vrijwilligers hier, uit angst om teruggestuurd te worden. Ik had de indruk dat de organisatie op het eiland zeer stroef verliep en dat de verschillende ngo’s elkaar voor de voeten liepen. 

Rond vijf uur is er een rubberbootje toegekomen dat vlak voor de kust kapseisde door toedoen van een hoge golf, veroorzaakt door de enorme schepen van de havenwacht. Door de verrassing van het koude water kreeg een van de mannen een epilepsie-aanval, waarna zich een golf van paniek over de sloepjes verspreidde. Vrouwen en kinderen vluchtten halsoverkop van onze mensen in fluohesjes en enkelen hebben de nacht niet overleefd. Het aantal is giswerk. Smokkelaars zullen ons immers nooit vertellen hoeveel passagiers er oorspronkelijk op het bootje ‘ingecheckt’ waren. Het bleek één van de vreselijkste nachten in maanden.

Onze groep zat op dat ogenblik in een magazijn kleren te sorteren. Er zou over enkele ogenblikken een enorm vrachtschip vol Syriërs naar Athene vertrekken en de mensen waren erg schaars gekleed. Niet handig om een avontuur op die manier te beginnen. Ik had lolly’s gekocht om aan de allerkleinsten uit te delen. Suiker houdt immers warm. We zagen honderden vluchtelingen passeren; vaak te trots om in de dozen vol wollen truien, jeansbroeken en sweaters te grabbelen. Gelukkig kwam er meer belangstelling naarmate het tijdstip van vertrek naderde. De broeken die ik thuis nog snel uit mijn kleerkast had gehaald, zullen zich over enkele maanden op verschillende plaatsen in Europa bevinden. Een impressie:





Nadat alle mannen, vrouwen en kinderen zich verzameld hadden op het platform waaraan het schip bengelde, droeg ik de koffers van Ikram tot de ingang van het schip. Haar dochters keken levenloos voor zich uit. Ze vertelde over de oorlog en het verlies van haar man. Over de gruweldaden die de Islamitische Staat haar gezin had aangedaan. Over het afgehakte been en de verbouwde arm van haar geliefde, omdat hij niet wilde buigen voor een idee dat niet de zijne was. Over de snelle dood die hij vervolgens kreeg voor de ogen van de rest van het gezin. En over de welvaart die ze tot voor kort kenden. De naam van haar man heb ik niet gevraagd. Dat lag te moeilijk. Maar ze gaf aan dat hij ingenieur was. Ze hadden nooit iets tekort gehad. Nu was ze afhankelijk van ons en dat viel haar duidelijk erg zwaar. De boot toeterde voor vertrek en mannen riepen luid in het Arabisch, waarschijnlijk omdat de deuren gingen sluiten. Met holle ogen keek Ikram me heel intens aan, om af te sluiten met de woorden: “Nick, please. Pray for us”. Het moet zeven jaar geleden zijn dat ik voor het laatst bad; vlak voor het examen Frans. Maar deze atheïst heeft vandaag even op zijn knieën gezeten. Ook vandaag scheerde de zwarte ooievaar niet langs de horizon.

Nadat alle kleren terug in de kartonnen dozen zaten vertrokken we richting strand. Laurien, Nand, Laura en ik hebben er een stuk of honderdvijftig achtergelaten zwemvesten zeventig meter op een helling van 75 graden getrokken om ze in de vuilbak te kunnen smijten. Ja, wij houden ons ook bezig met de ecologie van Lesbos. Dat hoort er nu eenmaal bij. De sfeer was top en uitgelaten. Het is onmogelijk continu te blijven stilstaan bij wat je meegemaakt hebt. Af en toe doet wat afleiding wonderen. Na die zware klus -waarmee we zeker twee uur zoet waren- vervoegden we de rest van de groep in een bar aan de kust. We aten pannenkoeken en dronken bier -een ritueel dat we de hele avond hebben volgehouden. Het is nu één uur en ik ben net thuis. Kapot. Morgen kunnen we uitslapen. Hopelijk tot dan!

Pace e bene,
Nick
Het laatste pak reddingsvesten

dinsdag 8 maart 2016

Tijd voor nederigheid

Dag drie. Zeer bewogen, confronterend, maar het meest van al nederig. Vandaag leerde ik Adi kennen, een negenjarig jongetje van Pakistaanse origine. Ik zag hem voor het eerst op de voedselbedeling in kamp Moria, toen ik vluchtelingen moest tegenhouden die niet in de rij wilden wachten en via de uitgang de tent probeerden binnen te dringen. Ik voelde me net Gandalf in de epische ‘You shall not pass’-scene uit Lord of The Rings. Adi wou ook naar binnen, maar hoe hard het ook lijkt: in het zicht van de anderen kan je niemand toelaten, want dan voelt de rest zich benadeeld. Ik wreef over zijn hoofd en wees naar het einde van de rij. Die was niet zichtbaar. Het voelde ook verkeerd, want het ging hier om een kind. Hij nam het positief op en gaf me een hand, terwijl zijn schoenzool meefladderde met zijn wandelpas. Hij had vier paar sokken aan. Ik kon het zien, omdat ze stuk voor stuk gescheurd waren. Zijn tenen staken er letterlijk uit. In mijn mooiste gebaren legde ik uit dat we daaraan iets moesten doen. Hij volgde me. Om niet te hard te laten uitschijnen dat dit écht niet door de beugel kon -hoewel hij er wel vrede mee leek te nemen- nam ik een route vol hindernissen om de kledijbunker te bereiken. Hij waardeerde het. We sprongen over touwen die tenten rechthielden, klommen op rotsen en liepen langs de dranghekken de loods in. We werden echter tegengehouden door een verzuurde Engelse vrijwilligster, die erop stond dat Adi de opslagplaats zou verlaten. Na kort gekibbel keek ik rond naar schoenmaat 37. De keuze was enorm. Ik nam het mooiste (en nieuwste) paar sportschoenen uit de kast en wandelde ermee naar buiten. 

De leiding heeft ons in het begin van de reis gevraagd niet te huilen in het bijzijn van vluchtelingen. Het brengt hen in een negatieve spiraal die doet terugdenken aan barre tijden. Maar het moment waarop ik me hurkte om zijn sokjes uit te doen en de nieuwe schoenen rond zijn voeten te sluiten; het is onmogelijk te beschrijven hoe nederig ik me voelde, hoe zijn blijdschap mijn verdriet compenseerde, terwijl het normaal gezien andersom zou moeten zijn. Het moment heeft me diep geëmotioneerd. Maar uit respect voor hem liet ik mijn tranen niet rollen. De ouders van de kleine Adi dankten me hartelijk. Na permissie gevraagd te hebben, mocht ik met hem op de foto. Dit is het resultaat.


Verder is kamp Moria een plaats waar families samen gezet worden. De douches en toiletten zijn onhygiënisch, er is slechts één waterpomp en het eten raakt er stilaan op, maar ze trekken zich aan hun familieleden op. 




Na een ontspannend etentje met de groep, vertelde Najida (onze reisleidster) ons dat we ons moeten voorbereiden op zware dagen. Ze bleef vrij vaag, maar door het akkoord dat de EU met Griekenland en Turkije heeft gesloten stijgt het vermoeden dat de mensensmokkelaars er de komende dagen alles aan zullen doen om zo veel mogelijk vluchtelingen de oversteek te laten maken. Over enkele dagen -als Turkije de praktische organisatie van het akkoord op poten heeft gezet- zal het voor hen immers niet meer mogelijk zijn grof geld te verdienen. Er wordt zelfs gezegd dat dit één van de ergste humanitaire weken voor Lesbos zal worden, met uitzondering van oktober 2015. We worden morgenvroeg om half zes paraat verwacht, dus ik ga even slapen. De gedachte dat dit de gemoederen erg hoog kan doen oplaaien maakt me bang. Er zijn hier niet genoeg voorzieningen om iedereen op te vangen, ook al doen we ons uiterste best. Wish me luck. Slaapzacht.

maandag 7 maart 2016

Van wanhoop tot hoop. En andersom.

De eerste dag in het pittoreske Molivos zit erop. Het was een zware tocht hierheen. Om twee uur opstaan, half drie vertrekken om vervolgens de vlucht van half zeven in Amsterdam te halen. De hele autorit heb ik tegen Janna zitten leuteren over een sappige Whopper van Burger King. Op de website van Schiphol stond immers dat het fastfoodrestaurant non-stop draaide en het was al een tijdje geleden sinds we voor het laatst hadden gegeten. U weet, beste lezer: de liefde van de man gaat door de maag. Dikke merci, lief, om me veilig af te zetten.

Eenmaal ingecheckt liep ik snel voorbij de fancy souvenirwinkels, een parfumshop en het toilet; naarstig op zoek naar een stuk vlees om mijn tanden in te zetten. Helaas. Burger King, McDonalds en Sbarro hadden hun wekker te lang op snooze gezet. Ik wendde me dan maar tot een chocoladewinkel om er Belgische lekkernijen te kopen die ik vervolgens zou uitdelen aan de Oosterse kinderen die mijn pad zouden kruisen. Twaalfmiljard soorten Bulgaarse, Braziliaanse en -uiteraard- Nederlandse chocolade, maar geen Côte d’Or. 
Conclusie: vertrouw nooit op de noorderbuur van het goeie ouwe België.

Eenmaal op de vlieger woog Sunwebs verklaring van ‘de flopreis’ niet op tegen de realiteit. De hele cabine was gevuld met (veel te) opgewekte mensen. Zeker voor een maandagochtend. Ik moest foto’s nemen van vrouwen verkleed als clown, dozen helpen dragen die drie passagiersstoelen innamen en werd verder omringd door koppels die vol spanning door het raampje probeerden te turen zonder een woord tegen elkaar te zeggen. Het was een dolle rit. Gelukkig snelde het zandmannetje snel toe.


De stem van een hese stewardess trok me uit dromenland. We waren geland. Vijfentwintig graden, volle zon, prachtige natuur en de nood aan een bittere sigaret. Het was orgastisch. Jammer dat we nog anderhalf uur op een bus moesten zitten, maar ook dat bleek achteraf een spannend avontuur. We zagen wilde flamingo’s, berggeiten en doortrekkende vogels. De reisgids vertelde dat er een zwarte ooievaar op het eiland leeft. De Griekse (moderne) mythe luidt dat men een wens mag doen als die voorbij vliegt. Ik leerde er Jennie kennen, een goedlachse deerne die mijn oma kon zijn. We verblijven met enkele anderen in Villa Elpiniki: een prachtig appartementencomplex met een reusachtige tuin, bloeiende olijfbomen en wilde katten met een tam kantje.


Volledig onvoorbereid werden we allen om drie uur verwacht voor een lunch op kosten van de organisatie. Pasta met vis genoot mijn voorkeur. Het bleek een goede manier om een groepssfeer te creëren. Een sfeer die al snel omsloeg naar collectief individualisme bij het aanschouwen van een berg reddingsvesten. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. De stilte die zich over het gezelschap voltrok was oorverdovend. En ook ik had moeilijkheden om dit een plaats te geven. Zeker wanneer onze gids vertelde dat dit geen reddingsvesten, maar zinkvesten waren. Ze absorbeerden het water en joegen de drager de dood in. Afgrijselijk. Het heeft me doen inzien dat ik niet naar het front moet om de oorlog mee te maken. Dit beeld IS oorlog. Het omvat alles. Van wanhoop tot hoop. Was de zwarte ooievaar op dat moment maar voorbij gevlogen…


Gelukkig zitten er veel goede zielen op het eiland, waaronder Cookie. Zij is een hulpverleenster die zelf een hotel renoveert om er vluchtelingen tijdelijk in te huisvesten. Het voelt er aan als thuis. De warmte die van haar afspatte gaf me meteen een opkikker. Een deel van de groep zal haar de komende week gaan helpen, zodat degelijke opvang kan verzorgd worden voor een korte periode.

Morgen begint het écht. Om negen uur op post. Geen idee wat we gaan doen, maar het wordt sowieso een uitdaging. Fingers crossed!

Pace e bene,
Nick